Het is ruim een halve eeuw geleden, maar nog steeds het keerpunt in het Zuid-Amerikaanse voetbal. Het kleine Uruguay verslaat in het Wereldkampioenschap van 1950 het onoverwinnelijke Brazilië.
Noem het jaar 1950 en vrijwel iedere Uruguayaan begint te glimmen van trots. Zelfs jongens die nu over plaatselijke voetbalveldjes rennen, weten precies wat er tientallen jaren voor hun geboorte gebeurde. Het minuscule Uruguay, met slechts drie miljoen inwoners, versloeg in het hol van de leeuw, de Braziliaanse reus.
Goddelijke Kanaries
Het Wereldkampioenschap voetbal in 1950 was het toernooi van gastland Brazilië. De Goddelijke Kanaries versloegen hun tegenstanders met groot gemak. Onder andere Spanje en Zweden moesten diep door de knieën. Aan alle kanten stormden de Brazilianen hun tegenstanders voorbij, aangemoedigd door de duizenden fanatieke supporters die hun ploeg in Brazilië wereldkampioen wilden zien worden.
In de laatste groepswedstrijd -een officiële WK-finale werd in 1950 nog niet gespeeld - wachtte het nietige Uruguay. De Uruguayanen hadden veel meer moeite met hun tegenstanders. Nipte overwinningen hadden Uruguay op de tweede plek in de poule gebracht. Brazilië had aan een gelijkspel genoeg om wereldkampioen te worden. Uruguay moest winnen. Een onmogelijke opgave.
Kampioenen voor de wedstrijd
De Braziliaanse fans wisten het zeker, Brazilië werd wereldkampioen. Ze hoopten het niet, ze wisten het. Alsof de grootste, sterkste, gemeenste jongen van het schoolplein een potje ging vechten met het watje van de klas.
Op de ochtend van de wedstrijd werd er al feestgevierd in de straten van Rio de Janeiro. Een alternatief carnavalsfeest was in volle gang. Mensen droegen spandoeken met daarop de tekst 'Gefeliciteerd Kampioenen' en zwaaiden met de krant O Mundo, die een foto op de voorpagina had gedrukt met het Braziliaanse team. Het onderschrift luidde: 'Dit zijn onze kampioenen.'
Geloven in overwinning
Maar er was één man die weigerde om zich neer te leggen bij het onafwendbare lot. Zijn naam was Obdulia Varela, aanvoerder van het Uruguayaanse team.
Hij kocht zoveel O Mundo-edities als hij kon vinden en legde die in de kleedkamer van zijn team. Daar wachtte hij op de rest van zijn teamgenoten. Terwijl boven hen de stoelen van het enorme Maracanã-stadion van Rio de Janeiro zich vulde, spoorde Varela zijn teamgenoten aan om te geloven in een overwinning. Hij liet ze urineren op de krantenfoto.
Show
De Uruguayaanse coach droeg zijn team op om defensief te spelen. De spelers knikten, maar zodra de coach de kleedkamer uit was, nam aanvoerder Varela het woord. De coach bedoelde het goed, legde hij uit.
Maar de coach zat er naast. Van defensief spelen wilde de aanvoerder niets weten. Hij sprak de legendarische woorden: 'Muchachos, los de afuera son de palo. Que comience la función". Vrij vertaald: 'Jongens, trek je van anderen niets aan. Laat de show beginnen.'
De tocht van de spelerstunnel naar het veld moet angstaanjagend zijn geweest. Maracanã was gevuld met 210.000 uitzinnige Brazilianen. Een orkaan van geluid, kleur en passie. Het bezoekersaantal is nog steeds een record. Nooit kwamen er meer mensen op een voetbalwedstrijd af.
Doodstil stadion
Uruguay hield stand, tot vlak na de rust. Brazilië scoorde 1-0. Varela was woedend op de scheidsrechter. De goal was volgens hem buitenspel. Hij pakte de bal, liep naar de middenstip en zei: 'Zo, en nu gaan we winnen.'
Uruguay maakte gelijk. Juan Alberto Schiaffino maakte halverwege de tweede helft de 1-1. Elf minuten voor tijd gebeurde het wonder. Uruguay kwam op voorsprong. Alcides Ghiggia, 24 jaar oud, scoorde de 2-1. Het Maracanã-stadion werd doodstil.
Ghiggia zei later: 'Slechts drie mensen kregen ooit een vol Macarana stadion stil. Frank Sinatra, Paus Johannes Paulus II en ik.' Voormalig FIFA-president Jules Rimet noemde de stilte later 'dodelijk en bij vlagen ondragelijk.' Dit had geen enkele Braziliaan verwacht.
Braziliaanse rouw
Na het laatste fluitsignaal was iedereen volledig in de war. De officials hadden hun speeches enkel in het Portugees voorbereid. De Braziliaanse voetbalbond hadden namen van de Braziliaanse spelers al ingegraveerd in de gouden medailles.
Brazilië was in diepe rouw. Sportverslaggevers gingen met onmiddellijk pensioen, supporters pleegden zelfmoord.
Maar in Montevideo juichte Uruguay. De grote, arrogante Braziliaanse reus was op de knieën gekregen door een kleine held. Het maakt Uruguay het kleinste land dat ooit wereldkampioen werd. En misschien wel meteen het land dat het meest trots is op die prestatie.