Cuenca is waarschijnlijk de prettigste stad van Ecuador. Tranquilo. Veel rustiger dan het negen uur rijden noordelijker gelegen Quito. Cuenca is gebouwd op de ruïnes van een mythische Inca stad. Een goede plek om Spaans te leren en om wat rond te slenteren tussen de koloniale panden door.
Cuenca is het centrum van de 'Panamahoeden' industrie. Klinkerstraatjes, knusse pleinen en kerken. Veel kerken. Voor elke week van het jaar een andere: 52 in totaal.
Unesco Werelderfgoedlijst
Cuenca is met 400.000 inwoners de derde stad van Ecuador. De Rio Tomebamba rivier doorklieft haar. Ten noorden van deze rivier, tot aan de Calle Gran Colombia, vind je Cuenca's historische stadscentrum.
Sinds 1999 staat de samenballing van koloniale bouwwerken, met zijn schattige huisjes, hobbelige straatjes en drukke markten op de Unesco Werelderfgoedlijst.
Athene van de Andes
'Het Athene van de Andes' luidt de bijnaam van Cuenca. Het is een stad van poëten, filosofen, kunstenaars en artiesten. Altijd al geweest ook, onder invloed van acht universiteiten in de stad.
Cuenca is een door de Spaanse kolonisten in 1557 gestichte stad. De Spanjaarden bouwden haar op de ruïnes van een mythische Inca stad die slechts een kort bestaan van enkele decennia kende.
Inca oorlog
Toen de Spaanse kolonisten aankwamen op de plek die nu Cuenca heet, troffen zij een totaal verwoeste stad aan. Ten onder gegaan in de bloederige Incaburgeroorlog tussen twee koningen, broers nota bene: Atahualpa en Huascar.
Atahualpa zetelend in Quito, Huascar in het Peruaanse Cusco. Door hun voortdurende strijd was het een koud kunstje voor de Spanjaarden het Inca rijk te onderwerpen aan de Spaanse koning. De Inca's hadden zichzelf uitgeput.
Gouden poorten
Van lokale bewoners hoorden de Spaanse kolonisten verhalen over een patserige stad met gouden poorten en reusachtige tempels.
Rond het jaar 1500 hadden de Inca's de stad gebouwd na een definitieve overwinning op de cañari-indianen die al sinds het jaar 500 in het gebied woonden. Het moest een stad worden die de oude Incahoofdstad Cusco in al zijn pracht en praal zou overtreffen.
Koloniale architectuur
De stad van vandaag kenmerkt zich vooral door haar koloniale architectuur. Ze wordt op een hoogte van 2.500 meter omringd door nog hogere bergtoppen.
Het klimaat is mild in Cuenca, met een gemiddelde temperatuur van rond de vijftien graden. Wel kan het er vooral in de maanden maart, april en mei stevig regenen.
Spaans leren
De stad is een perfecte plek voor reizigers die even bij willen komen en het heerlijk vinden om wat rond te slenteren over kleine marktjes. Er zijn meerdere scholen waar je Spaans kunt leren en diverse vrijwilligersprojecten waarin je kunt deelnemen.
Heftig stappen zal je in Cuenca lastiger afgaan. Het stadje is nou niet bij uitstek een party town. Voor de paar bars die je er kunt vinden, moet je bij de Avenida Gran Colombia zijn.
Ingapirca
Een kleine twee uur buiten Cuenca liggen de ruïnes van Ingapirca. Dit zijn de belangrijkste Inca ruïnes van Ecuador.
Reizigers die uit Peru komen dienen echter wel enigszins gewaarschuwd te zijn. De ruïnes, die vertaald de Incamuur heten, zijn erg interessant, maar ze halen het niet bij Machu Picchu.
Wat is er te doen in Spaans leren in Cuenca?
- Huur een fiets met versnellingen om de stad rustig te verkennen. De koloniale gebouwen met houten deuren en ijzeren balkonnetjes met bloemen torenen hoog boven je uit en lijken één met de rotsen eronder.
- Bezoek de Incaruïnes van Ingapirca. Vanuit Cuenca boek je een dagtour. Centraal staat de tempel van de zon, waar de zon precies door de deuropening op de top van de tempel valt op 21 juli en 21 december.
- Leer hoe een panamahoed wordt gemaakt in het Museo del Sombrero. De panamahoeden zijn witte strohoeden met een zwart lint. In tegenstelling tot de naam, komen de hoeden niet uit Panama, maar gewoon uit Ecuador. Toegang is gratis.
- Kom tot rust in het relaxte Baños op vijf kilometer van Cuenca. Hier vind je vele ontspanningsmogelijkheden en een van de beste en vooral heetste baden van Ecuador. Probeer daar maar eens in te stappen!
- Laat je rondleiden op een nabijgelegen Fair Trade bananenplantage. Op de plantages leer je hoe het fruit wordt verbouwd. Door Fair Trade krijgen de boeren het geld dat zij verdienen om vooruit te komen.
