Wie de arbeidsmarkt in Ecuador een beetje volgt, zal zich al gauw afvragen of er eigenlijk wel een ‘arbeidsmarkt’ is zoals wij die in West-Europa kennen, met instanties zoals ‘arbeidsbureau’, ‘beroepskeuzevoorlichting’, ‘uitzendbureaus’ en een heel scala van uitkeringsinstanties. Behalve een Instituut voor de Sociale Zekerheid (die over de pensioenen en de ziekte- en invaliditeitsverzekering gaat) schitteren in Ecuador al deze instituten door afwezigheid.
In de landelijke kranten tref je wekelijks één of twee pagina’s aan met - doorgaans kleine - personeelsadvertenties. Ook zijn er enkele websites met personeelsadvertenties. De westerse lezer zal echter de wenkbrauwen fronsen bij het doornemen van deze publicaties. Ecuadoriaanse werkgevers willen vooral administratieve medewerkers, kaderleden of koffiejuffrouwen ‘met een goed voorkomen’, ‘niet ouder dan 35’, met ‘minstens een middelbare schoolopleiding’, ‘relevante werkervaring van twee tot vijf jaar’, ‘een bewijs van goed zedelijk gedrag’ alsook ‘twee tot drie referenties’.
De eisen die aan kandidaten voor de meeste vacatures worden gesteld zijn discutabel en en ronduit discriminerend. Als je veertig bent, overgewicht hebt , loenst of geen recente werkervaring hebt, kun je het wel vergeten, zo lijkt het. Hoe komen deze mensen dan aan het werk vraag je je af?
Zoals vaak het geval is zijn ook hier de dingen niet wat ze lijken. Vergeet die vacatures in de kranten met hun absurde eisen. Deze zijn nauwelijks relevant. De realiteit is dat je in Ecuador vooral werk vindt via mond-tot-mondreclame en persoonlijke netwerken. Je wordt aanbevolen voor een baan door je vriend, een familielid, via een oud-leraar of omdat je de zoon, dochter, neef of achternicht bent van meneer of mevrouw X van de familie Y en bij voorkeur bent afgestudeerd aan één van de betere particuliere scholen.
Heb je geen- of geen geschikt netwerk dan zul je in Ecuador zelf een baan moeten creëren en dit is wat ruim veertig procent van de actieve werkzame bevolking dan ook noodgedwongen doet. Wie een eigen onderneming wil beginnen moet echter aan veel bureaucratische eisen voldoen, belastingen en btw betalen, een geschikte ruimte vinden, huur betalen en als je personeel in dienst wil nemen rekening houden met (in de laatste jaren toegenomen) relatief hoge kosten wat betreft sociale zekerheid ,ontslagbeperkingen en -vergoedingen.
Het spreekt voor zich dat dit in een derdewereldland als Ecuador voor de meeste aspirant-ondernemers onoverwinnelijke obstakels zijn.
‘Vrije ondernemers’ zijn hier dan ook vooral informele straatverkopers die alle denkbare koopwaar waar behoefte aan is, aan wie dan ook en waar dan ook aan de man proberen te brengen. Tandpasta, zeep, sokken, warme broodjes, water, koffie, Colombiaanse bikini’s, zonnebrillen, chloor, afwasmiddel, nep-chinese Nike sportschoenen: je kunt het zo gek niet bedenken of het wordt op straat verkocht als er vraag naar is.
Ook een groot deel van de horeca is informele business. In de voorsteden verschijnen elke avond op straat duizenden barbecues waarop lekkere kippenboutjes, karbonades, hamburgers, grote biefstukken of dubieuze ingewanden (à 1, 2, of 3 dollar naar gelang de financiële draagkracht van de klant) worden geroosterd. Buurtbewoners zetten een paar tafels en stoelen op de stoep waar tegen een geringe vergoeding bruine bonen met rijst en kip, vleespasteitjes of andere specialiteiten van het huis worden geserveerd. Uiteraard voldoen al deze geïmproviseerde kraampjes en eetgelegenheden aan geen enkele reglementering wat betreft hygiënevoorschriften, ruimtelijke ordening, milieuverontreiniging, geluidsoverlast, belastingen, btw of sociale zekerheid...
De overheid ziet zich voor een dilemma geplaatst in het omgaan met dit zooitje ongeregeld. Aan de ene kant wil men de mensen niet beletten om te werken om in hun levensonderhoud te voorzien. Sinds de laatste grondwetsherziening is het recht op autonoom werk trouwens expliciet als een grondwettelijk recht erkend. Men ziet ook in dat de informele handel in een behoefte voorziet en economisch voordeel oplevert (de producten die worden verkocht zijn ook in Ecuadoriaanse bedrijven geproduceerd). Anderzijds is het beleid gericht op het reguleren van deze ‘ongeregelde handel’ en tolereert men de straathandel in principe alleen buiten het stadscentrum.
In de praktijk ontbreekt het echter aan middelen om hier voldoende controle op uit te oefenen. Er is dan ook sprake van een soms hilarisch kat-en-muisspelletje tussen de gemeentelijke politieagenten en de straathandelaren. Deze blijven niet op één plaats maar verplaatsen zich door de hele stad op zoek naar klanten. In mijn woonplaats Guayaquil zie je dan ook regelmatig verkopers die zich in het centrum achter de pilaren van de galerijen verstoppen en zich haastig uit de voeten maken als zij in de verte het blauw van de politie-uniformen bespeuren.
Vele van deze straatverkopers voelen zich permanent opgejaagd en werden met inbeslagname van hun spullen en/of brutale behandeling door de politieagenten geconfronteerd. Toch belet hen dit niet hun ‘illegale activiteiten’ voort te zetten. Zoals een frisdrank-verkoper mij laatst zei: ‘Wij zullen niet gauw van de honger omkomen, want wij gaan door omdat er brood op de plank moet komen en Guayaquil biedt kansen genoeg’.
Ongetwijfeld een opvatting waar wij als verwende westerlingen een voorbeeld aan zouden kunnen nemen…
Over Luc
In een vorig leven was ik lange tijd in België en Nederland werkzaam als klinisch maatschappelijk werker en coach en Ecuador werd geleidelijk een favoriete reis- en vakantiebestemming.
Aangetrokken door een andere cultuur, het gehele jaar door warme klimaat, de fascinerende gevarieerdheid van landschappen en bevolkingsgroepen en de vriendelijkheid en gastvrijheid van de bevolking, besloot ik in 2012 de stap te zetten en met mijn gezin naar (Guayaquil) Ecuador te emigreren.
Ik werk hier parttime als leraar Engels/Frans en freelance vertaler. In mijn columns en op mijn blog schrijf ik over mijn ervaringen, over thema ‘s met betrekking tot het leven en wonen in Ecuador en geïnspireerd door het leven in Ecuador meer specifiek over persoonlijke groei.