Bolivia is een land van extremen. Het heeft de warmste, winderigste, koudste en droogste plekken op aarde. Maar Bolivia is vooral bekend door de grote hoogtes waarop de mensen wonen. Het land wordt ook wel 'Het Tibet van Zuid-Amerika' genoemd.
Terwijl het oosten van Bolivia bestaat uit laagland met de jungle van de Amazone, wordt het westen gekenmerkt door de Altiplano: hoogvlakte of plateau.
Deze hoogvlakte in Bolivia is na de hoogvlakte in Tibet het hoogste vlakke gebied ter wereld. Het wordt omringd door de enorme pieken van het Andesgebergte.
Hoogste grote stad
Van hoogtes boven de 6.000 meter kijkt de Boliviaan niet vreemd op. En in tegenstelling tot de hoogvlakte in Tibet wordt de Altiplano door veel mensen bewoond.
Zelfs de officieuze hoofdstad La Paz vind je op deze hoogvlakte. Meer dan 1,5 miljoen inwoners leven daar op 3.660 meter. La Paz is daarmee de hoogste grote stad ter wereld. Ook andere grote Boliviaanse steden als Oruro en Potosí liggen op de Altiplano.
Wanneer je als toerist naar één van deze steden vliegt, zul je de eerste dagen merken dat je lichaam zich moet aanpassen aan de hoogte. Er is minder zuurstof en na een paar stappen lopen ben je al moe.
Dartelende dieren
De Bolivianen zelf hebben nergens last van. Deze mensen zijn gewend om op grote hoogte te leven. Sommige kleine dorpjes op de Altiplano liggen op plekken hoger dan 4.000 meter. En toch kunnen de Bolivianen hier prima hun dagelijkse werk verrichten.
Als de Bolivianen echter een tijdje op lager gelegen gebied zijn geweest en weer teruggaan naar de Altiplano, zullen ook zij moeten acclimatiseren.
Dat geldt niet voor dieren. Lama's, alpaca's en vooral vicuña's zijn goed bestand tegen zuurstofarme lucht. Deze dieren behoren tot de kameelachtigen. Met alle gemak dartelen ze over de bergen van de Andes.
Stralende zon
Niet alleen het gebrek aan zuurstof (en daardoor een gebrek aan rode bloedcellen in het lichaam) is een gevaar van leven op grote hoogte. De uv-straling van de zon is op hoger gelegen delen in de wereld veel sterker dan op het lagere zeeniveau.
Om hiermee om te gaan dragen Bolivianen bedekkende kleding en veel laagjes. Dus plooirokken, blouses, vesten, panty's, sokken, en de bekende bolhoedjes voor op hun hoofd.
Toeristen die naar de Altiplano afreizen om bijvoorbeeld de beroemde zoutvlakte Salar de Uyuni te bekijken, doen er goed aan een zonnebril op te zetten. Het witte zout weerkaatst het felle zonlicht recht in je ogen.
Groene tong
Iets anders dat Bolivianen gebruiken om te overleven op grote hoogte zijn coca-bladeren. De cocaplant is bij ons in het westen vooral bekend als de plant waar de drug cocaïne vandaan komt. In Bolivia kauwen ze liever op de blaadjes.
Door de blaadjes te herkauwen voorkom je honger, moeheid, kou en hoogteziekte, volgens de mensen die op de Altiplano leven.
Het beste kun je de blaadjes eten met akullico, een soort zachte gomachtige substantie, waardoor de smaak sterker wordt. Je kunt ook thee trekken van de blaadjes. Dan krijg je in ieder geval geen groene tong.
